31 mei: Masterclass Veilige inzet van batterijtechologie
Meld je nu aan!
Home>Nieuws>Plug in & Play: Wie ontwikkelt de laadinfrastructuur?
Nieuws
Plug in & Play: Wie ontwikkelt de laadinfrastructuur?
25
Okt
Plug in & Play: Wie ontwikkelt de laadinfrastructuur?

Plug in & Play: Wie ontwikkelt de laadinfrastructuur?

Nederland moet in korte tijd voorzien worden van voldoende laadinfrastructuur. Maar hoe zorg je dat je genoeg mensen hebt om die klus te klaren? Onder de vlag van Plug in & Play gaan bedrijven en onderwijsinstellingen met die vraag aan de slag.

“Van mij mogen studenten – bij wijze van spreken – elke dag bij ElaadNL een laadpaal uit de grond halen en weer terugplaatsen. Als het maar iets bijdraagt aan het opleiden van mensen!” Dit soort uitspraken waren 21 september te horen in het Arnhemse Connectr. Daar vond de kick-off van Plug in & Play plaats. Partijen kwamen bijeen om te praten over de personeelsvraag in de laadinfra-sector. Een prangende kwestie.

Als we de doelen uit het klimaatakkoord willen halen, moet het aantal laadpunten enorm worden uitgebreid. “Vanaf 2030 moet al het autoverkeer zero emissie zijn. En zakelijk rijden is vanaf 2025 al verplicht zero emissie. Er komen ongeveer 400.000 auto’s per jaar op de markt. Kun je nagaan hoeveel laadpunten we straks nodig hebben”, zegt Onoph Caron. Caron is directeur van ElaadNL, een samenwerkingsverband van Nederlandse netbeheerders, en onderdeel van de Plug in & Play-stuurgroep.

Schreeuwend personeelstekort

Momenteel zijn er nauwelijks professionals beschikbaar die de aanleg van laadinfrastructuur kunnen opschalen. “Het is vreselijk moeilijk om aan mensen te komen met de juiste achtergrond. Dit is een relatief nieuw werkveld, waar nog geen ingeslepen opleidingstraject voor bestaat”, zegt Caron. “We maken nu een beginnetje op dat vlak. Ik hoop dat we over een paar jaar lachen over de aantallen mensen die we nu opleiden hiervoor.”

Caron zit aan tafel met Jeroen Herremans, directeur van innovatieversneller Connectr, en SEECE-programmadirecteur Tinus Hammink. Zij spelen een sleutelrol in Plug in & Play; ze vertegenwoordigen grote netwerken van bedrijven, onderwijsinstellingen en overheden die de energietransitie vooruit helpen. Door deze netwerken samen te voegen, ontstaat een robuust ecosysteem. “We zitten hier niet met drie mensen aan tafel, maar met honderd man!”, benadrukt Herremans.

Netwerken samenvoegen

Plug in & Play is eerder een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS) dan een project, laten de drie heren weten. Een structureel verband waarin mensen van allerlei niveaus worden opgeleid, waar technisch talent warm wordt gemaakt voor een overstap naar de laadinfra-sector, waar nieuwe onderwijsmodules worden ontwikkeld en waar wordt nagedacht over de vraag: hoe zorgen we dat deze samenwerking voor langere tijd kan bestaan?

Het epicentrum van deze ontwikkelingen bevindt zich op het Industriepark Kleefse Waard in Arnhem. Dit is een plek waar veel ingrediënten aanwezig zijn om het aantal laadinfra-professionals te vergroten. Zo heeft ElaadNL hier een Europees testcentrum voor het laden van grote voertuigen. Vanuit SEECE werken studenten en onderzoekers op het terrein aan projecten met bedrijven. En dit is de thuisbasis van innovatienetwerk Connectr, dat draait om het versneld toepassen en opschalen van innovaties.

Veel soorten professionals nodig

Kortom: op deze plek zijn al veel partijen met elkaar verbonden. En die verbondenheid is essentieel. Voor individuele organisaties is het lastig om mensen op te leiden. “Veel bedrijven kunnen niet investeren in de ontwikkeling van mensen, omdat ze keihard bezig zijn met productie draaien. Zij zeggen: help ons daarmee”, aldus Herremans. Bovendien: de kennis die nodig is om snel nieuwe mensen op te leiden, zit niet bij één organisatie. Die is verspreid over de sector. In Plug in & Play leidt de bundeling van krachten tot versterking van de gehele laadinfra-keten.

Partijen in het Plug in & Play-netwerk gaan samen aan de slag met onderwijsinnovatie. “Wat moet gebeuren, is het ontwikkelen van opleidingen voor nieuwe doelgroepen. Dat gaat over zij-instromers, om- en bijscholing van professionals, enzovoorts”, aldus Hammink. Maar ook regulier onderwijs kan worden aangepast. “In reguliere opleidingen kun je denken aan keuzevakken, stages, afstudeeropdrachten. Of het opzetten van een themaroute, zoals we nu met waterstof doen.

Slimmer en efficiënter werken

Het is niet de bedoeling om één soort professional op te leiden, vertelt Hammink. “Het gaat niet om laadpaalmonteurs. Het gaat bijvoorbeeld om technici die vanuit een vraagstuk een ontwerp kunnen maken voor een laadplein, maar ook om mensen die dit feitelijk kunnen installeren. En het gaat niet alleen om personenauto’s. Het gaat ook over bussen en in de toekomst misschien wel schepen die geladen moeten worden. En dat heeft weer een grote invloed op het elektriciteitsnet.”

Gaat het lukken om voldoende mensen op te leiden om de infrastructuur klaar te stomen voor een elektrische toekomst? Herremans: “Zoals het er nu uitziet, gaan we die aantallen nooit halen. Daarom moeten we óók slimmer gaan werken. En daar komt Connectr aan bod, we zijn een innovatieversneller. Kunnen we met minder mensen een laadpaal aansluiten? Kunnen we taken gaan opdelen? Hoe zien die taken er dan uit? En moet die taak wel door een mens gedaan worden?”

Onderwijshotspot voor bedrijven

Antwoorden op dit soort vragen worden meegenomen in nieuw laadinfra-onderwijs. “Mijn beeld is dat het hier straks helemaal vol staat met busjes”, zegt Herremans. “Busjes van mensen die zich hier laten opleiden in een hybride leeromgeving. Van plannen maken, tot het aanleggen van een laadplein voor een hele straat. En dan zie je zzp’ers tot aan de grote jongens die hier met tien busjes staan om hun hele team op te leiden.”

Bron: HAN.nl

Let's CONNECT!

Ben je als bedrijf, onderwijsinstelling of onderzoeksbureau actief betrokken bij de energietransitie?

Nieuwsbrief

© 2024 Connectr – Energy innovation
Connectr