04 jun: Masterclass veilige inzet van batterijtechnologie
Meld je nu aan!
Home>Nieuws>Gelders lef stuwt emissieloze projecten
Nieuws
Gelders lef stuwt emissieloze projecten
09
Apr
Gelders lef stuwt emissieloze projecten

Gelders lef stuwt emissieloze projecten

Connectr in het nieuws! Onze programmamanager Niek van Onna heeft samen met Teun Meulepas van Gelders Energieakkoord een duo interview gegeven aan BouwMachines.

Als je zoekt naar voorbeelden van bouwprojecten die worden uitgevoerd met emissieloze bouwmachines, kom je al snel in Arnhem terecht. De Gelderse hoofdstad is koploper als het gaat om emissieloos bouwen. Dat is geen toeval en gaat ook niet vanzelf. “Je moet bestuurders en ambtenaren met lef hebben.”

Het gesprek met Teun Meulepas en Niek van Onna vindt plaats bij Connectr op Industriepark Kleefse Waard, naar eigen zeggen het meest duurzame bedrijventerrein van Nederland. Connectr is een organisatie in Arnhem die zich richt op het versnellen van de energietransitie door innovatie te stimuleren en te faciliteren. Niek van Onna is programmamanager emissieloos bouwen bij Connectr en adviseur SEB bij de gemeente Arnhem. Daarnaast heeft hij zijn eigen infra-adviesbureau. Teun Meulepas is onder meer regisseur mobiliteit bij het Gelders Energieakkoord.

Gelders Energieakkoord

Wie zoekt op ‘emissieloos bouwen’ komt opvallend vaak in Gelderland uit. Het lijkt alsof de provincie zich extra inzet voor emissieloos bouwen en bouwen met emissieloze machines. Een goed voorbeeld daarvan is het Gelders Energieakkoord (GEA). Het GEA verbindt meer dan 250 organisatie en overheden in Gelderland met als doel om te verduurzamen en kennis te ontsluiten. De doelen zijn ambitieus. In 2030 wil de provincie 50 procent energie besparen en 50 procent van de energie in 2030 duurzaam opwekken.

Een ander voorbeeld van de Gelderse ambities is kennisnetwerk Connectr, dat faciliteiten aanbiedt zoals gedeelde laboratoria, een gezamenlijk kantoor en ruimte voor proefopstellingen. De samenwerking tussen het GEA, Connectr en gemeenten zoals Nijmegen en Arnhem levert een community of practice op. Wat werkt in de praktijk, wat niet? Wat kun je van elkaar leren? Kortom: hoe kun je als gemeente of overheid het beste invulling geven aan het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB)?

Gemeente Arnhem

Eén van de Gelderse gemeenten die met ambitie inzet op schoon en emissieloos bouwen is Arnhem. “We zijn er zelf niet zo van om te zeggen ‘we zijn zo goed bezig’, maar we horen wel van de markt dat ze blij zijn met onze aanpak. We proberen dat gezamenlijk en realistisch te doen. Dat hebben we ook in het beleid opgenomen met een routekaart voor Arnhem”, legt Van Onna uit. “Die routekaart is in november 2024 vastgesteld en is iets ambitieuzer dan de routekaart van het convenant SEB. Wij hebben met de markt en aan de hand van een pilotproject geconstateerd dat de doelstellingen wel iets scherper kunnen voor Arnhem en onze ondernemers. De basis is dat alle mobiele machines tot 37 kilowatt en alle stationaire machines nu al emissieloos moeten zijn.” Arnhem gaat bij het aanleggen en herinrichten van wegen zoveel mogelijk elektrisch materieel inzetten. Dat zorgt voor schonere lucht in de stad en is stiller voor omwonenden en wegwerkers.

Leiderschap

Maar dat verklaart nog steeds niet waarom Arnhem zo ver voorop lijkt te lopen. Van Onna: “Het is uiteindelijk de intrinsieke wil van mensen, die zien ‘we zijn goede dingen aan het doen’.” Teun Meulepas vult aan: “Het gaat om ambtelijk en bestuurlijk leiderschap. Zo van: we gaan dit gewoon doen. Er is ondertussen ook aangetoond dat het kan, dat je als gemeente niet met te veel angst naar het onbekende moet kijken.”

Duurder

De eerste gedachte bij emissieloos bouwen en werken met emissieloos materieel is vaak dat het duurder is. Hoe heeft Arnhem dat ervaren? “Het is heel genuanceerd”, zegt Van Onna. “Iedereen vraagt meteen: wat kost dat nou extra? Dat hangt er helemaal van af wat je inzet is. Die kleine elektrische machines kosten eigenlijk niet meer. Maar dat hangt ook van je laadinfrastructuur af, die kosten moeten laag blijven.” Meulepas: “Wat betaal je per kilowattuur? 30 cent, 35 cent of 80 cent? Je moet ook meenemen hoe intensief een machine gebruikt wordt en wat de impact van een machine is. Als je wat complexer materieel hebt, is het soms niet de moeite waard om die emissieloos uit te vragen, omdat de impact klein is en de meerkosten en complexiteit heel groot zijn.”

Van Onna: “Wat we nu zien, is dat het basisniveau niets extra kost. Ga je koplopers uitdagen, dan wordt de aannemingssom van een project tussen de 5 en 15 procent duurder. Dat is wel een beetje afhankelijk van wat voor materieel je nodig hebt. Heb je heel specialistisch materieel nodig of is het gangbaar materieel? Dat maakt heel veel uit.”

Subsidie

Om de eventuele meerkosten op te vangen zijn er diverse subsidies, zoals de SEB en de SPUK-SEB. Maar is dat genoeg? Van Onna vindt dat het subsidieprogramma van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goed in elkaar steekt. “Er is ook serieus geld beschikbaar. Afhankelijk van het materieelstuk krijg je een behoorlijke bijdrage in de meerkosten. Voor een mobiele graafmachine zit je op 40 of misschien wel 50 procent van de meerkosten.”

Vraag en aanbod

“Ik zeg altijd: de markt, daar ligt het niet aan, als je de vraag maar stelt”, zegt Van Onna met overtuiging. “Daar stokt het nu heel erg. Bouwend Nederland heeft laatst een filmpje online gegooid. ‘Jongens, we hebben mooie spullen gekocht, besteed nu duurzaam aan bij ons’. Een gemeente als Arnhem is gebaat bij schaalvergroting, want dan wordt alles op den duur goedkoper. Voor specialistisch materieel is het wel nodig vraag en aanbod af te stemmen, maar de markt kan leveren.” Meulepas: “Ik vind het overigens bijzonder dat de markt de overheid uitdaagt. Dat is een prachtig signaal en laat zien dat we volop in de energietransitie zitten.”

Noodzaak

Opdrachtgevers kunnen niet meer zonder emissieloze bouwmachines, vinden Meulepas en Van Onna. “Gemeenten moeten beseffen dat ze tegen grenzen aanlopen als ze niet emissieloos bouwen. Besef dat je straks teruggefloten wordt door je eigen regels of door de rechter. Maar ik betwijfel of dat besef voldoende is doorgedrongen”, zegt Meulepas. Van Onna sluit zich daarbij aan. “Het is een kwestie van de juiste argumenten aandragen.”De stikstofcrisis, bijvoorbeeld of de arbeidsomstandigheden van mensen op de bouwplaats. “En de omgeving”, zegt Meulepas. “Als je een stille bouwplaats hebt, is dat voor omwonenden ook prettiger. En de luchtkwaliteit wordt beter. Dus waarom zou je het niet doen?”

Bron: BouwMachines.nl

Let's CONNECT!

Ben je als bedrijf, onderwijsinstelling of onderzoeksbureau actief betrokken bij de energietransitie?

Nieuwsbrief

© 2025 Connectr – Energy innovation
Connectr